In vrij afwaterende gebieden zakt de grondwaterstand in de zomer vaak weg tot beneden het regionale drainageniveau. Dit leidt tot een vrije waterspiegel in een deel van
de zomer. In zulke situaties, waarvoor die rond het pompstation Terwisscha in Friesland exemplarisch is, breidt de verlaging door de grondwaterwinning zich ‘s zomers steeds
verder uit. Pas in het najaar trekt de verlaging zich weer terug, wanneer door toenemend neerslagoverschot de grondwaterstanden zover zijn gestegen dat de sloten hun
drainagefunctie weer oppakken, en opnieuw als randvoorwaarden gaan fungeren. Door dit gedrag is de verlaging van de grondwaterstand door waterwinning een dynamisch
fenomeen dat niet goed met stationaire analysemethoden en stationaire modellen is te vatten. Dit geldt zelfs voor tijdreeksmodellen indien daaruit een stationaire uitkomst als structureel niveau wordt afgeleid. Dit artikel behandelt de situatie rond het pompstation Terwisscha als voorbeeld, omdat daar niet alleen veel discussie over is geweest, en nog altijd is, maar vooral omdat op Terwisscha in de afgelopen halve eeuw zo ongeveer het hele arsenaal aan op elk moment in die periode beschikbare analysemethoden is uitgeprobeerd. Maas (2012) zette deze ontwikkeling en de uitkomsten daarvan onlangs op briljante wijze op rij in dit tijdschrift. Wat in de toegepaste methoden ontbrak is focus op de dynamiek van de verlaging zoals die ontstaat door het alternerend droogvallen en weer nat worden van drainagemiddelen. Dit laatste is geenszins voorbehouden aan Terwisscha, maar geldt feitelijk voor alle situaties met vrije afwatering. De mate waarin de verlaging van de stijghoogte door onttrekking in een regionale aquifer doorwerkt naar de grondwaterstand is daar onderdeel van. Deze doorwerking is evenzeer dynamisch. Doorwerking noch waterwinning verklaren echter het fenomeen achtergrondverlaging.