In het huidige beleid is in het rivierengebied weinig ruimte voor bos- en moerasontwikkeling. Dit komt doordat er geen extra waterstandsverhoging mag optreden bij extreme hoogwaterstanden door verruwing van vegetatie. Het beheer van de vegetatie in de uiterwaarden is daarom intensief, wat ertoe leidt dat riviernatuur niet tot biodiverse en robuuste volwassenheid kan komen. Daarom heeft HKV samen met het Wereld Natuur Fonds Nederland en Bureau Stroming de volgende hypothese onderzocht: grootschalige natuurlijke
inrichting van het rivierengebied is mogelijk zonder de waterveiligheid onder druk te zetten. Uit ons onderzoek blijkt dat het mogelijk is om op 33.500 hectare van de
uiterwaarden ruwere natuur toe te staan door op grote schaal rivierverruimende maatregelen toe te passen waarmee waterstandsdaling gerealiseerd wordt.