Bufferstroken worden genoemd als mogelijke gebiedsgerichte maatregel om de belasting van oppervlaktewater met meststoffen uit de landbouw te verminderen. In dit artikel wordt ingegaan op verschillende mogelijke vormen van bufferstroken en op processen die een rol spelen bij bufferstroken. Perspectieven voor bufferstroken zijn onderzocht middels veldmetingen nabij de Mosbeek in Noordoost-Twente. Op basis van metingen van de hydrologie en chemie in het grondwater is met behulp van een modelinstrumentarium nagegaan in hoeverre bufferstroken de belasting van de beek met stikstof en fosfor kunnen verminderen. De aanleg van een tien meter brede bufferstrook langs intensief bemeste gras- en maïspercelen levert een vermindering van de stikstofbelasting van 2% tot 28%. De vermindering voor fosfor bedraagt -6% tot 22%. De vermindering van de belasting door de bufferstrook wordt verklaard door een verkleining van het bemeste areaal, afvoer van stikstof en fosfor met gewas van de strook en denitrificatie van stikstof: Vermindering van de bemesting op de landbouwpercelen heeft een grotere invloed op de belasting van de beek dan de bufferstroken.
De effectiviteit van bufferstroken voor fosfor neemt toe indien de fosfaatverzadigde bodem van de bufferstrook wordt vervangen door fosforarme grond en de zuurstofcondities goed zijn; de effectiviteit voor nitraat kan toenemen door verlenging van de verblijftijd van het water en zuurstofarme condities in de bufferstrook.
Op basis van het onderzoek wordt geconcludeerd dat bufferstroken op de proeflocatie slechts een kleine bijdrage kunnen leveren aan de vermindering van de emissie van meststoffen naar de Mosbeek. De weliswaar geringe milieuhygiënische werking van de bufferstroken draagt toch bij aan de totale waarde van stroken langs beken, die tot dusver hoofdzakelijk gebaseerd was op ecologische en landschappelijke motieven.